Weer thuis. Verhaal 7 februari 2018 Dadeskloof
Door: Desiree Janssen
19 Februari 2018 | Marokko, Ouarzazate
De vakantie in Marokko zit er weer op. Na een vlucht van 3 ½ uur naar Nederland en ruim een half uur wachten op de bagage, hebben we in de trein naar Centraal Station Den Haag de app van taxi Uber gedownload. Met de temperatuur van rond de twee graden hadden we geen zin om ‘s nachts een heel stuk te lopen van tram 2 naar huis (juist nu we de laatste dagen 20 graden waren gewend in Marokko). Het ging heel makkelijk: in de trein de Uber taxi via de app besteld, tussen 1.10-1.20 uur zou hij voor het Centraal Station Den Haag staan. Op onze telefoon konden we precies zien waar de taxi reed: inderdaad binnen 10 minuten kwam de taxi aangereden. Ook de ritprijs was laag: 16 euro. Om kwart voor twee vannacht waren we thuis en dankzij onze buurvrouw stapten we in een verwarmd huis met aan de deur een tas met lekkernijen van vriendin Trudy en haar kaart: Welkom thuis!
Dankzij een gecrashte IPad en ook omdat ik veel indrukken had te verwerken, was ik niet meer toegekomen tot het schrijven. In de komende dagen volgen mijn verhalen van Marokko:
Boumaine-ed-dades, 7 februari 2018
Vanmorgen ontbijtbuffet, dat scheelt tijd. Alleen van eieren laten schrikken heeft men hier niet van gehoord. Het kost veel moeite om het eitje te pellen. In de thee zit zoals gewoonlijk veel suiker, de koffie is sterk gezet. Het stadje Boumaine-ed-dades met zijn stoffige straten laten we maar snel achter ons.
Na een paar kilometer rijden we een gebied binnen van grillige rotsen en keiachtige plateaus. Jeroen moet de nodige haarspeltbochten door om naar de Dadeskloof te komen: de vallei van de Duizend Kasbahs. Hij is blij met zijn automaat. Het is een smalle weg door de kloof langs de Dadesrivier, waarbij de steile rotswanden op ons af komen. Palmentuinen steken af tegen de rode en okerkleurige achtergrond van de bergen, net als de kasbahs, de dorpjes van aarden, die tegen de bergen aangedrukt liggen. De sneeuw in de toppen van de bergen met de blauwe lucht daarachter maakt het plaatje tot een kleurrijk geheel.
We rijden tot hoog in het gebergte, want we willen door naar de Todrakloof. Volgens de plaatselijke brandweer is het wel mogelijk, verderop wapperen jonge mannen met hun handen en schudden met hun hoofden ‘nee’. Ze wijzen op onverharde paden, die stijl naar beneden lopen en deels bedekt zijn met het dooiwater.
We draaien om en op de terugweg passeren we een klein plaatsje. Het is een drukte van belang. Auto’s staan schots en scheef, mannen in djellaba’s, lange en losvallende gewaden met lange mouwen en een capuchon in de vorm van puntmutsen zitten achter kraampjes vol stoofpannen voor het traditionele gerecht tajine. De pan is gemaakt van aardewerk met een onderschaal en een kegelvormige deksel. Thuis wil Jeroen de tajine, het aardappelgerecht met gestoofde groente en vlees zelf gaan bereiden. Bij de eerste stand horen we de prijs: 25 dirham, maar als we willen afrekenen is het ineens 25 euro. Nee, daar trappen we niet in. Een kraam verderop kijkt een oude man ons vriendelijk aan: 25 dirham voor de stoofpan. ‘Schrijf het eens op,’ sommeer ik. Zowaar het blijft 25 dirham. We kunnen ons geluk niet op. Voor 2 ½ euro zijn we een prachtige originele tajine pan rijker.
In Tinghir een hotel gezocht: het wordt hotel met diner en ontbijt. Het is al schemerig, dus vinden we het prima. We zijn de enige gasten, in het grote restaurant gaan we dicht bij de kachel zitten. Voor de verandering staat op het menu: jawel tajine. Om acht uur 's avonds liggen we al op bed, geen zin om buiten in temperaturen te lopen van -1 graad. Airco op 29 graden, goed onder de dekens, en we zijn vertrokken...
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley