Walvis- en Noorderlicht avontuur, dag 3 t/m 7

31 januari – 5 februari 2017

Het landschap op en rondom de arctische wateren veranderen keer op keer in een surealistisch décor van besneeuwde fjorden, sprookjesachtig licht en natuurlijk het noorderlicht dat ons schip volledig omringt. De orka’s zijn ons welgezind: op zoek naar de smakelijke haringscholen, zwemmen ze met ons mee.

Regelmatig zien we rood beschilderde huizen op het land. Jan onze expeditieleider licht toe: 'Vroeger woonden daar mensen die niet veel geld te besteden hadden, de rode verf was een afvalproduct, kostte niet veel. Noord-Noorwegen bestaat uit 3 provincies ter hoogte van, of boven de Poolcirkel: Nordland, Troms en Finnmark. Gezamenlijk hebben ze een oppervlakte 112.722 km2, waar zo'n 464.500 mensen wonen. Visserij, toerisme en de rendierhouderij zijn de voornaamste middelen van bestaan.Het landschap is afwisselend, ongerept, wild, groots en uitgestrekt.
Het kustgebied met zijn fjorden, inhammen, scheren en duizenden eilanden en eilandjes, vissersplaatsjes en havenstadjes en steden is een eldorado voor de liefhebber van mooie vergezichten. En dan hebben we de schilderachtige eilanden als Senja, het schiereiland Lyngen en de eilandengroepen Lofoten en Vesterålen nog niet eens genoemd. Het binnenland van Noord-Noorwegen kenmerkt zich door ruige berggebieden maar ook door uitgestrekte hoogvlaktes, met name in Finnmark. En natuurlijk is daar de Noordkaap, het noordelijkste puntje van het Europese continent.
Tromsø is de grootste stad in Noord-Noorwegen. Het is een levendige universiteitsstad met tal van musea, bezienswaardigheden en leuke restaurants. Narvik, Harstad, Svolvær (op Lofoten), Hammerfest (de noordelijkste stad ter wereld), Honningsvåg (vlak bij de Noordkaap), Karasjok en Kautokeino (centra van de cultuur van de Samen) en Kirkenes (vlakbij de grens met Rusland) zijn andere interessante plaatsen.'

De dagen zijn voorbij gevlogen in Noord-Noorwegen op de Nederlandse schoener 'Noorderlicht'.
De bemanning van de 'Noorderlicht' drie ervaren Nederlandse zeilers, een kok en een expeditieleider hebben goed gezord voor ons: zowel voor onze inwendige mens: door de overvloedige maaltijden, maar ook dat we voldoende beweging hadden. Tijdens het zeilen is onze hulp meer dan welkom voor het hanteren van de zware zeilen.
Zowel Jeroen als ik mogen achter het roer staan, onder de spiedende ogen van de schipper. Een rustmoment zit er niet in. Regelmatig moeten we het schip corrigeren door een goede ruk aan het roer te geven.
Ik kijk de schipper dankbaar aan, als hij het roer weer overneemt. Zodra hij het schip veilig heeft aangelegd op onze eindbestemming, kan ik het niet laten om hem een dikke knipoog te geven.