Flores, Moni, Kelimuntu, the place to be! - Reisverslag uit Ende, Indonesië van jeroendesiree - WaarBenJij.nu Flores, Moni, Kelimuntu, the place to be! - Reisverslag uit Ende, Indonesië van jeroendesiree - WaarBenJij.nu

Flores, Moni, Kelimuntu, the place to be!

Door: Desiree

Blijf op de hoogte en volg

06 Januari 2013 | Indonesië, Ende

Flores, Moni, 6 januari 2013.

Salamat dating (welkom) terug bij de wondere wereld van Indonesië.
Terima kasih (bedankt) voor jullie enthousiaste reacties op mijn reisverhalen!

Om 4.30 uur staan we op. Een unieke ervaring gaan we meemaken, als we de Lonely planet mogen geloven: de drie kratermeren van Kelimuntu, die steeds weer van kleur veranderen, de meest aangeprezen atractie van Flores!
Het Nederlandse echtpaar dat we in Moni hadden ontmoet was er idolaat van: ‘Blijf tot 9.00 uur, dan zijn alle wolken weg en kan je alles goed zien!’ De gehele nacht had het geregend, dus heb ik de hoop, dat het nu wel droog zal zijn. Helaas, dus niet. Met een oranje gekleurd busje –dat moet toch geluk brengen- rijden we een uur lang, waarbij we alsmaar blijven stijgen. We negeren de koffieverkoper en beklimmen half in het donker de rest van de berg in de stromende regen. Gehuld in onze ponchos, die vanwege het vele gebruik al na een paar druppels regen lekken, bereiken we de top van de berg en zien stukjes blauw, groen en bruin (naar geelkleurend) van de verschillende meren diep beneden. Zodra Jeroen een foto wil maken komt er een wolk opzetten, waarachter ook het laatste stuk van de meren verdwijnt. Jeroen gaat weer terug om een kopje koffie te drinken en warm én droog te worden, terwijl ik hoog op de berg met de Poolse dames verwachtingsvol naar de lucht blijf staren. Om 8.00 uur geven we het op, geen streepje wit of blauw te ontdekken in de lucht. We laten ons op de foto zetten in onze blauw, groen en geel gekleurde poncho’s ter herinnering aan de drie kratermeren. De chauffeur heeft de verwarming in het busje aangezet: binnen no time zijn de ramen beslagen, maar zijn wij een stuk warmer…

‘Shall we share a car to go to Moni?’ Jeroen zit heerlijk te nippen aan zijn 3e glaasje Arak. Voor deze gelegenheid is er lemon én honing aan toegevoegd. De 3 Poolse toeristen kijken Jeroen met halfdichtgeknepen ogen aan en schudden ‘nee.’ Ze gaan low budget en betalen liever 75.000 R = 6 Euro p.p. voor de publieke bus, dan 150.000 R voor een gedeelde luxe auto. Son, staflid van ons hotel Edelweis in Bajawa, staat al paraat. Hij had me net een grote mandi met heet water gebracht, zodat ik weer warm kon worden: hier in de bergen is het een stuk kouder en door de constante regenbuien was ik volledig verkleumd. Son springt op zijn motor en weet om 22.00 uur bustickets voor ons allemaal te bemachtigen: vertrektijd kan 6.00 uur zijn of 7.00 uur of daar tussen in (als het meezit).
‘s Morgens zit Jeroen om 6.00 uur op een droog stuk pannenkoek te kauwen en dat lijkt eeuwen te duren. ‘Honey? No, finished!’ De voorraad was opgegaan aan de Arak, waar Jeroen de avond daarvoor zo van heeft genoten, dat hij vanmorgen niet helemaal stevig op de benen kon staan en door de bijkomende koorts hij zich vertwijfeld afvroeg of hij toch niet een vreselijke ziekte onder de leden had?!?
Ik geniet van mijn omelet: dit keer heb ik een hele omelet weten af te dwingen. Elke morgen had Jeroen en ik ieder de helft van een omelet gekregen en na onze vragende blik kregen we de mededeling: ‘There are two eggs in!’
Son is druk in de weer om iedere gast te helpen, tenminste op zijn Indonesisch. Dat betekent: per tafel bestelling opnemen, klaarmaken en serveren. Daarna pas naar de volgende tafel met gasten. De rekening betalen: ‘Dat komt later,’ knikt hij ons toe. Als er even later een bus stopt voor het hotel, duikt iedereen naar zijn baggage en rent naar buiten. ‘Nee, deze bus is het niet, die gaat naar Maumere (Moni daarbij passerend!) Alles en iedereen vertraagt, zet zich verder aan het ontbijt of wacht daarop…
Om 7.30 uur stopt een busje waar 28 mensen in kunnen en met onze groep van 7 personen erbij (incl. een Oostenrijks echtpaar) meteen volzit. Dat dachten we. Een minuut later maakt de bus een volgende stop en er gaan een paar zware zakken graan naar binnen, waarbij het gangpad direct vol is en Jeroen zijn lange benen een stuk naar binnen moet krullen, leunend tegen de bank voor zich en dat met 7 uur lange reis te gaan. We zijn net een paar meter opgeschoven met de bus en zien een volgend groepje van 5 Indonesiërs inc. een levende kip en tassen vol met groenten een beweging naar de bus maken. Deels gaan ze op de zakken graan zitten en één persoon wurmt zich op de ‘ vijfpersoons’ achterbank, waar op dat moment 4 westerlingen zitten en geen ruimte meer over leek te zijn. Zo gaat het nog een uur door en juist als Jeroen bereid is om tot welke prijs dan ook een privé auto te nemen, maakt de bus vaart en rijden we zonder onderbrekingen, wel met een kotsende Indonesische jongedame op het middenpad naast Jeroen. We maken na 5 uur rijden een stop in Ende, een zuidelijk gelegen kustplaatsje, waarbij 99 % Islamitisch is, hetgeen in tegenstelling is tot de rest van Flores, waarbij het Katholieke geloof wordt gevolgd. In de plaatselijke warong laat ik de uitgestalde rijst, kip en groente met de gratis vliegen links liggen en neem de Balinese koffie met suiker, waarbij 1/3 drap in het glas achterblijft. Ondertussen zijn de 2 achterbanden van onze bus bij het plaatselijke autobedrijf gerepareerd (het laatste uur moesten de banden om de 10 minuten opgepompt worden).
We vervolgen onze reis over een prima asfaltweg, die heel Flores lijkt de doorkruisen. Slechts de zijwegen naar kleinere dorpen zitten vol met gaten, losse stenen en (na een regenbui) vele modderige plassen water. Ook hier weer vele groene rijstvelden, afgewisseld met palmbomen, sinasappel- en bananenbomen. Mangobomen zijn hier bijna niet te vinden, vanwege de doodeenvoudige reden, dat deze boom/vrucht te bewerkelijk is, terwijl de andere vruchten zoals sinasappels en kokosnoten letterlijk uit de bomen vallen! We moeten verschillende bergen passeren, dat betekent vele bochten, stijgen en dalen. Af en toe moet de bus uitwijken voor grote rotsblokken die kort daarvoor naar beneden zijn gekomen. Om 15.30 uur stopt de bus. ‘Yes, this is Moni!’ Ik zie één weg met 3 guesthouse/bungalows en net zoveel restaurantjes. Een Nederlands echtpaar roept vanaf hun terras voor hun kamer van Bintang Guesthouse: ‘Ja, onze en deze bungalow naast ons is het beste hier: mooi uitzicht, alleen geen warm water. Prijs slechts 150.000 R= 12 Euro.’

De volgende dag staan we -na de mislukte poging van die ochtend- om 16.00 uur wederom aan het begin van het voetpad, dat ons naar de drie kratermeren van Kelimuntu zal leiden. Dit keer is de regen verdwenen en voel ik de zon op mijn sarong. (vanwege de hoge luchtvochtigheid kan ik mijn broeken niet meer droog krijgen en loop ik in een sarong, hetgeen wel waardering opleverd van de plaatselijke bevolking!) Ik ren de trappen op, kan niet meer wachten om al het moois te zien, wat me beloofd is. Jeroen kan me niet meer bijhouden, slechts de chauffeur loopt aan mij zij. Boven op de berg kijk ik naar beneden: helderblauw meer, dat keurt naar groen, daarnaast een bruin meer dat zo snel van kleur verandert, dat ik niet kan bijhouden. Het laatste meer gaat achter het blauwe meer verscholen, maar niet voor mijn spiedende ogen. De stilte wordt verbroken door verschillende vogelgeluiden. In de verte zie ik wat apen achter elkaar aanrennen. De chauffeur heeft zich terug getrokken. Er is niets meer: alleen ik en de drie kratermeren van Kelimuntu…

Hartelijke groeten,
Desiree (ook namens Jeroen)

  • 14 Januari 2013 - 09:49

    Hans:

    Leuk, die beschrijving van dat volgepropte busje. Ik herken het helemaal. In mijn opinie is de bus vol, maar toch kunnen er altijd nog mensen bij, echt op zijn Indonesisch. je ziet in overal in Indonesie hetzelfde beeld, of het nou een BEMO is of een ANGKOT of een lokale bus is. Vaak wordt er nog onverantwoord en hard gereden. Gelukkig is mij nog niets overkomen. Ik hoop voor jullie dat je ook veilig op je nieuwe bestemming aankomt.
    Geniet nog van dat mooie Indonesie!
    Hans
    www.actiefindetropen.nl

  • 14 Januari 2013 - 14:44

    Jaap Scherpbier:

    Oh ja, die rijdende 'Sardines-blikjes' die ze daar Bemo's noemen, herinner ik me maar al te goed! Lachen geblazen maar je moet jezelf wel als Houdini kunnen opvouwen!!!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Indonesië, Ende

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 867
Totaal aantal bezoekers 84375

Voorgaande reizen:

27 December 2005 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: